Ijlende ochtend

Vandaag ben ik ziek. Het was ongetwijfeld de stijve bries van gisteren die me de verkoudheid in de juristenknoken woei. Toen ik vanmorgen erg vroeg wakker werd voelde ik in ieder geval mijn brein en oogbollen tollen. Homo sum, nil humani a me alienum puto. Ook een doorgewinterde juravos wordt soms letterlijk doorgewinterd. Ik belde om 8 uur stipt naar Herman, mijn collega. Immers stond er om 10 uur een belangrijke voorbereidende vergadering op het programma die ik nu zou moeten missen. Herman zeurde eerst nog wat: of ik niet toch in mijn maatpak zou kunnen springen om alsnog de werkvloer te betreden, dat het echt wel om een cruciale meeting gaat en dat we een vervelende achterstand zouden oplopen daar de eigenlijke voorstelling van ons dossier zou moeten worden uitgesteld . Ik geef toe, hij had gelijk. Mijn werkgever uit de energiesector had mij en Herman belast met de opdracht enkele pistes uit te werken ter proactieve stroomlijning van hun beleid om mogelijke toekomstige conflicten met nog te implementeren Europese besluitvorming te vermijden. Een gewichtige onderzoeksopdracht dus, waarvan we de bevindingen morgen aan de hoge pieten van het bedrijf wilden voorleggen. Dit zal hoedanook een andere dag moeten plaatsvinden. Herman begreep gauw dat aandringen weinig zin had: ik voelde me zo zwak als een leeggezogen loofboomblad in de late herfst. Toch kon hij het niet laten enkele fragmenten uit ons rapport die voor verduidelijking vatbaar zijn aan te snijden. Ik deed mijn best om hem zinnig te repliceren, al voelde ik mijn laatste krachten met de minuut wegslinken.

 Na een half uur telefoneren was mijn reservoir echter leeg. Met een futiele groet maakte ik een abrupt einde aan het gesprek en strompelde naar mijn bed. Wat er dan gebeurde, kan ik niet met absolute zekerheid bepalen. Vermoedelijk begon ik, geteisterd door de vermoeidheid, te ijlen en viel ik nadien in een soort halfslaap. Toen ik tegen 10u15 wakker werd voelde ik me een stuk beter, al herinnerde ik me meteen een vreemde droom die zich tijdens mijn korte dutje meester van me had gemaakt. Ik zal trachten deze hieronder in grote lijnen te reconstrueren. Misschien zijn er binnen het lezerkorps wel duidingsamateurs die mijn waanbeelden kunnen verklaren!

 Ik wandel door een oud en deftig herenhuis. Ooit was het ongetwijfeld een prachtig gebouw, nu valt me op dat het dringend aan renovatie toe is. Zo hoor ik een heel zacht geruis, als dat van een murmelend kreekje. Wanneer ik echter naar de bron van dit geluid vors, stel ik vast dat het slechts om neerdwarrelend voegsel gaat, dat de liefdevolle omklemming van het gemuurte verlaat. Ik wil dit kwaad een halt toeroepen, mijn vinger als een volleerd metser op de stoffige wonde leggen. Net wanneer ik mijn zalvende index wil reiken, merk ik dat mijn ledematen niet meewerken. Meer zelfs, wanneer ik op ze neerkijk zie ik dat ze in aantal verdubbelden. In plaats van vier tel ik er acht. Waarachtig, ik ben een octopus.

In paniek ren ik naar een aanpalende ruimte en schrik hevig. Op de grond ligt een hulpeloze lichtbruine, haast oranje geit. Klaarblijkelijk is ze stervende. Ze heeft water nodig, ik zoek haastig naar de keuken. Snel is ze gevonden, maar een donkere schim besluipt mijn geest in deze smerige kombuis. Het is de macht over leven en dood van een wezen dat tussenbeiden zweeft. Enkel geneeskundigen kunnen deze zware last met zich dragen en hun verantwoordelijkheid nemen. Doctor ben ik, doch in de verkeerde wetenschap. Verraad zal onoverkomelijk blijken.

En ja. daar hol ik al. Onhandig op mijn vele tentakels en met een kelk rundermelk haast ik me naar de geit. Zoals Medeia aan Jason’s Korinthische bruid Kreousa laat ik haar mijn gift toekomen, of moet ik ‘vergift’ zeggen? Toch begint ze gulzig te drinken en een zware steen valt van mijn hart. Zou mijn zonde reeds zo vlug uitgewist worden? Ach verrek, het is van korte duur. De geit heft haar kop en sterft ogenblikkelijk. Vier van mijn tentakels vallen af. Ik word wakker.

Ik ga een hapje eten en de rest van de dag wat bekomen. Het was een veel te uitputtende ochtend. Hij ijlde voorbij.

Published in: on januari 16, 2008 at 12:46 pm  Geef een reactie  
Tags: , ,

The URI to TrackBack this entry is: https://rudypladijs.wordpress.com/2008/01/16/38/trackback/

RSS feed for comments on this post.

Plaats een reactie